‘Filosoferen doe je het beste in de kroeg met goede vrienden’ is een opvatting die veel mensen delen. Dat het ook met collega’ s kan óp het werk is daarom voor veel mensen onvoorstelbaar. Maar Jos Kessels c.s. weten te overtuigen dat we in onze tijd met belangstelling voor ‘leerprocessen’, ‘kennismanagement’ en ‘communitybuilding’ er goed aan doen om terug te grijpen naar vaardigheden uit een ver verleden.
De schrijvers houden een uitvoerig pleidooi voor zogenaamde ‘vrije ruimte’ in een organisatie, de mogelijkheid om met elkaar van gedachten te wisselen over essentiële vragen. Hierbij is het van belang dat we ‘vrij’ zijn en onze resultaatgerichte houding afleggen, afstand nemen van onze doelen en dagelijkse problemen en overgaan naar vragen van een andere orde. Dit filosoferen is niet vrijblijvend, het gaat er juist om rekenschap af te leggen en verantwoordelijkheid te nemen. Vrije ruimte vraagt niet alleen vrijgemaakte tijd om met elkaar te kunnen reflecteren, maar ook een bepaalde houding. Zo is er ruimte voor nodig om kwesties te verkennen in plaats van meteen op te lossen, een persoon te begrijpen in plaats van het meteen eens of oneens met hem te zijn en ook jezelf te durven verkennen in plaats van meteen een oordeel klaar te hebben. Door dit gezamenlijk onderzoek kun je je eigen visie ontwikkelen, je ideeën en beelden ‘scherpen’ aan die van anderen, maar tegelijkertijd ook een gezamenlijke visie creëren.
Dit vereist een aantal vaardigheden, de zogenaamde ‘vrije kunsten’ van het Trivium: de dialectica, het kunnen stellen van goede vragen (onderzoeken); de retorica, kunnen overtuigen, en de grammatica, ideeën overtuigend kunnen vastleggen. (..) Het boek is een absolute aanrader voor degene die geïnteresseerd is in, maar vooral ook bereid is tot leiderschap. Duidelijk wordt gemaakt dat leiderschap niet snel en gemakkelijk te verkrijgen is. En ondanks de vele praktijkvoorbeelden en oefeningen die in het boek opgenomen zijn, is het geen praktijkboek met tips en tricks om overmorgen een succesvol leider te zijn.
Tot slot het volgende. In het boek wordt gewezen op het belang van ‘schoonheid’ en ‘liefde’. En hier sluit de vorm aan op de inhoud. Het boek is voor de liefhebber niet alleen rijk aan prachtige verhalen over de samenleving en opvattingen van de Griekse oudheid en mythologie, maar vooral ook mooi geschreven. Het is duidelijk met veel liefde gemaakt, wat blijkt uit de zorgvuldige schrijfstijl en prachtige illustraties. Dit maakt het niet alleen belangrijk om zijn inhoud, in een economische getij waar de toenemende productiviteitsdruk alle ‘vrije ruimte’ wil wegsaneren als verliespost, maar ook een boek om van te genieten.